Staatsgreep in Cyprus (1974)

Staatsgreep in Cyprus (1974)
Datum 15 juli 1974
Locatie Cyprus
Resultaat Coup geslaagd
  • President Makarios III vlucht en de leiders van de staatsgreep nemen de leiding.
  • Later dwingt de Turkse invasie van Cyprus echter de leiders van de staatsgreep om af te treden.
Strijdende partijen
Cypriotische regering Cypriot National Guard
EOKA-B

Gesteund door:
Griekenland

Leiders en commandanten
Makarios III

Vassos Lyssarides
Pantelakis Pantatzis

Brigadegeneraal
Michalis Georgitsis

Kolonel
Konstantinos Kombokis[1]
Nikos Sampson

Verliezen
1617 Cyprioten vermist, onder wie 300 burgers gedood[2] 30 Griekse soldaten gedood[3]

De Cypriotische staatsgreep van 1974 was een militaire staatsgreep, uitgevoerd door de Cypriotische Nationale Garde en gesponsord door de Griekse militaire junta. Op 15 juli 1974 zetten de coupplegers de zittende president van Cyprus, aartsbisschop Makarios III, uit zijn ambt en installeerden de pro-Enosis en nationalist Nikos Sampson.[4][5][6] Het Sampson-regime werd beschreven als een marionettenstaat, waarvan het uiteindelijke doel de annexatie van het eiland door Griekenland was.[7][8][9] Op de korte termijn riepen de coupisten de oprichting van de “Helleense Republiek Cyprus” uit.[10][11] De staatsgreep werd door de Verenigde Naties als illegaal beschouwd.

Achtergrond

De Republiek Cyprus werd in 1960 opgericht met de overeenkomsten van Londen en Zürich, en de Grieks-Cyprioten en de Turks-Cyprioten waren de twee oprichtende gemeenschappen. Echter, na grondwetswijzigingen die waren voorgesteld door Makarios III en verworpen werd door de Turks-Cyprioten[12], brak er op het hele eiland intercommunaal geweld uit. De Turks-Cypriotische vertegenwoordiging in de regering kwam tot een einde als gevolg van gedwongen preventie en gedeeltelijk als gevolg van bereidwillige terugtrekking. De Turks-Cyprioten begon in enclaves te leven.[13]

Griekenland had sinds de jaren vijftig een nationaal enosis-beleid gevoerd om de unie van het eiland met Griekenland te verwezenlijken.[14] Na 1964 probeerde de Griekse regering het beleid van Makarios onder controle te krijgen, en na zijn onwil om Athene te gehoorzamen, probeerde Griekenland zijn regering te destabiliseren. Terwijl het Griekse beleid na 1967, toen een extremistische militaire junta in Griekenland de macht overnam, naar een meer coöperatief beleid verschoof, steunde het de extreemrechtse EOKA B-groep tegen Makarios.[15] Dimitrios Ioannidis, de feitelijke leider van de junta, geloofde dat Makarios niet langer een echte voorstander van enosis was, en verdacht hem ervan een communistische sympathisant te zijn.[16] Tussen 1971 en 1974 werden door de Griekse regering vijf plannen voorbereid om de regering van Makarios omver te werpen.[17]

De staatsgreep

De staatsgreep werd uitgevoerd naar opdracht van Dimitrios Ioannidis, de schaduwleider van de Griekse junta, en de Griekse officieren die de Cypriotische Nationale Garde leidden om het presidentiële paleis in Nicosia in te nemen.[18] Het gebouw brandde vrijwel geheel af.[19] Makarios ontsnapte ternauwernood aan de dood tijdens de aanval. Hij vluchtte het presidentiële paleis via de achterdeur en ging naar Paphos, waar de Britten hem in de middag van 16 juli wisten op te halen en hem van Akrotiri naar Malta vlogen in een transportvliegtuig van de Royal Air Force, en van daaruit de volgende ochtend naar Londen.[16][20][21] Op 19 juli was hij bij de bijeenkomst van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties in New York en hield een toespraak, waarin hij verklaarde dat Cyprus door Griekenland was binnengevallen.[22]

Het nieuw opgerichte regime wordt omschreven als een extremistisch marionettenregime van de Griekse junta.[23][24][25] Op 15 juli, tussen 8.00 en 9.00 uur, riepen de leiders van de staatsgreep hun overwinning uit op de staatszender Cyprus Broadcasting Corporation en zeiden: "De nationale garde ging interveren om de problematische situatie op te lossen. [...]. Makarios is dood." Vóór zijn vlucht maakte Makarios echter bekend dat hij nog leefde tijdens een privé-uitzending in Paphos. De nieuwe regering censureerde de pers zwaar en verhinderde het drukken van linkse kranten. Alleen de rechtse kranten Machi, Ethniki en Agon bleven publiceren, en hun stijl was zeer propagandistisch. Sampson maakte in de dagen na de staatsgreep niet openlijk zijn voornemen tot enosis bekend, maar concentreerde zich in plaats daarvan op het onderdrukken van elke steun voor Makarios en zware propaganda om zijn regering te belasteren.

In reactie daarop verklaarde Rauf Denktaş, de leider van de Turks-Cyprioten, dat hij geloofde dat de gebeurtenissen onder Grieks-Cyprioten plaatsvonden en riep hij de Turks-Cyprioten op om niet de deur uit te gaan. Hij riep ook dat de vredesmacht van UNFICYP uitgebreide veiligheidsmaatregelen voor Turks-Cyprioten moets nemen.[26] De Cypriotische Nationale Garde ondernam geen pogingen om de Turks-Cypriotische enclaves binnen te dringen, maar viel zowel Grieks- als Turks-Cypriotische huizen in gemengde dorpen binnen om wapens in beslag te nemen. De Turkse regering claimt dat er munitie door Olympic Air naar Cyprus werd vervoerd, onder de aandacht van UNFICYP gebracht.[27]

Na de staatsgreep begon de nieuw opgerichte junta hardhandig op te treden tegen de aanhangers van Makarios, resulterend in een aantal doden en een detenties. Het aantal doden als gevolg van de staatsgreep blijft een omstreden kwestie,[28] aangezien de Republiek Cyprus de sterfgevallen als gevolg van de staatsgreep opsomt onder de vermisten als gevolg van de Turkse invasie. Volgens Haralambos Athanasopulos zijn minstens 500 Grieks-Cyprioten op de lijst van 1617 Grieks-Cypriotische vermisten geplaatst en wordt hun dood toegeschreven aan de Turken en Turks-Cyprioten.[29] Volgens de Turkse dagblad Milliyet waren er op 19 juli 1974 gewelddadige incidenten uitgebroken in Paphos, waarbij het dodental als gevolg van de Grieks-Cypriotische machtsstrijd ongeveer 300 burgers en 30 Griekse soldaten opleverde.[30]

Nasleep

Als reactie op de staatsgreep viel Turkije op 20 juli 1974 het eiland binnen en zei dat de actie in overeenstemming was met het Garantieverdrag van 1960.[31][32] Turkije nam de controle over het noorden en verdeelde Cyprus langs wat bekend werd als de Groene Lijn. Als gevolgd van de Turkse invasie nam Sampson ontslag en stortte het militaire regime dat hem had aangesteld in. Makarios keerde terug. De Turks-Cyprioten richtten een onafhankelijke regering op voor wat zij de Turkse Federale Staat Cyprus (TFSC) noemden, met Rauf Denktaş als president. In 1983 zouden ze de Turkse Republiek Noord-Cyprus uitroepen op het noordelijke deel van het eiland, dat de facto een staat blijft.[33]

Zie ook

Bronnen, noten en/of referenties
  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel 1974 Cypriot coup d'état op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.
  1. (el) giannopoulos, "Θα τον φάμε τον π....τη τον Μούσκο". Το πραξικόπημα κατά του Μακάριου που κόστισε 400 νεκρούς. Έλουζαν τους αντιπάλους με οξύ και τους έκαιγαν, εν ψυχρώ εκτελέσεις και βασανιστήρια μεταξύ Ελλήνων, λίγες μέρες πριν από τον Αττίλα. ΜΗΧΑΝΗ ΤΟΥ ΧΡΟΝΟΥ (15 juli 2018). Geraadpleegd op 12 april 2023.
  2. Athanasopulos, Haralambos (2001). Greece, Turkey and the Aegean Sea: A Case Study in International Law. McFarland, p. 15. ISBN 9780786450039.
  3. (tr) "Kıbrıs'ta Türk Evlerinin Aranmasını Protesto Ettik", Milliyet, 19 July 1974, p. 7.
  4. Mallinson, William (June 30, 2005). Cyprus: A Modern History. I. B. Tauris, p. 80. ISBN 978-1-85043-580-8.
  5. (July 29, 1974). CYPRUS: Big Troubles over a Small Island. Gearchiveerd op March 7, 2008. TIME
  6. Cook, Chris (1997). What Happened Where: A Guide to Places and Events in Twentieth-century History. Routledge, p. 65. ISBN 978-1-85728-533-8.
  7. Papadakis, Yiannis (2003). Nation, narrative and commemoration: political ritual in divided Cyprus. History and Anthropology 14 (3): 253–270. DOI: 10.1080/0275720032000136642. “"[...] culminating in the 1974 coup aimed at the annexation of Cyprus to Greece"”.
  8. Atkin, Nicholas (23 mei 2011). The Wiley-Blackwell Dictionary of Modern European History Since 1789, p. 184. ISBN 9781444390728.
  9. Journal of international law and practice, Volume 5. Detroit College of Law at Michigan State University (1996), p. 204.
  10. Strategic review, Volume 5 (1977), United States Strategic Institute, p. 48.
  11. Allcock, John B. Border and territorial disputes (1992), Longman Group, p. 55.
  12. Eric Solsten, ed.
  13. Ker-Lindsay, James (2011). The Cyprus Problem: What Everyone Needs to Know. Oxford University Press, 35–6. ISBN 9780199757169.
  14. Huth, Paul (2009). Standing Your Ground: Territorial Disputes and International Conflict. University of Michigan Press, p. 206. ISBN 9780472022045 "From early 1950s onward Greece has favored union with Cyprus through a policy of enosis"
  15. Doyle, Michael W. (2011). Making War and Building Peace: United Nations Peace Operations. Princeton University Press, 263–4. ISBN 9781400837694.
  16. a b (July 29, 1974). CYPRUS: Big Troubles over a Small Island. Gearchiveerd op March 7, 2008. TIME "CYPRUS: Big Troubles over a Small Island".
  17. Athanasopulos 2001, p. 152.
  18. Hoffmeister, Frank (2006). Legal aspects of the Cyprus problem: Annan Plan and EU accession. EMartinus Nijhoff Publishers, 34–5. ISBN 978-90-04-15223-6.
  19. Presidential Palace. Presidency of the Republic of Cyprus. Gearchiveerd op 25 april 2015. Geraadpleegd op 15 april 2015.
  20. Constandinos, Andreas (2009). America, Britain and the Cyprus Crisis of 1974: Calculated Conspiracy Or Foreign Policy Failure?. AuthorHouse, p. 206. ISBN 9781467887076. Geraadpleegd op 5 March 2015.
  21. Mallinson, William (June 30, 2005). Cyprus: A Modern History. I. B. Tauris, p. 80. ISBN 978-1-85043-580-8. Mallinson, William (June 30, 2005).
  22. UN The Official Record of United Nations Security Council 1780th Meeting (19.07.1974)
  23. Coakley, John (2013). Pathways from Ethnic Conflict: Institutional Redesign in Divided Societies. Routledge, p. 131. ISBN 9781317988472.
  24. Madianou, Mirca (2012). Mediating the Nation. Routledge, p. 39. ISBN 9781136611056.
  25. Förster, Larissa (2013). Influence Without Boots on the Ground: Seaborne Crisis Response. Government Printing Office, p. 161. ISBN 9781935352037.
  26. (tr) "Türk Birliği Alarma Geçti", Milliyet, 16 July 1974, p. 7.
  27. (tr) "Kıbrıs'ta Türk Evlerinin Aranmasını Protesto Ettik", Milliyet, 19 July 1974, p. 7.
  28. Hoffmeister, Frank (2006). Legal aspects of the Cyprus problem: Annan Plan and EU accession. EMartinus Nijhoff Publishers, 34–5. ISBN 978-90-04-15223-6. Hoffmeister, Frank (2006).
  29. Athanasopulos, Haralambos (2001). Greece, Turkey and the Aegean Sea: A Case Study in International Law. McFarland, p. 15. ISBN 9780786450039.
  30. (tr) "Kıbrıs'ta Türk Evlerinin Aranmasını Protesto Ettik", Milliyet, 19 July 1974, p. 7."Kıbrıs'ta Türk Evlerinin Aranmasını Protesto Ettik" (in Turkish). Milliyet. 19 July 1974. p. 7.
  31. Richard C. Frucht (31 december 2004). Eastern Europe: An Introduction to the People, Lands, and Culture. ABC-CLIO, p. 880. ISBN 978-1-57607-800-6. Geraadpleegd op 27 July 2012 "The process reached a critical threshold in 1974 when a botched nationalist coup instigated by the Greek junta against the Cypriot government was used as a pretext by Turkey to invade and occupy the northern part of the island. Greece and ..."
  32. Farid Mirbagheri (2010). Historical Dictionary of Cyprus. Scarecrow Press, p. 83. ISBN 978-0-8108-5526-7. Geraadpleegd op 27 July 2012.
  33. Northern Cyprus. Nationalia. Geraadpleegd op 14 april 2023.