De Grand Prix-wegrace der Naties 1951 was de achtste en laatste race van wereldkampioenschap wegrace voor motorfietsen in het seizoen 1951. De races werden verreden op 9 september 1951 op het Autodromo Nazionale di Monza nabij Monza in de Italiaanse regio Lombardije. In deze Grand Prix kwamen alle klassen aan de start, maar de wereldtitels in de 350cc-klasse en de 500cc-klasse waren al eerder beslist.
Algemeen
Voor Geoff Duke was de GP des Nations slechts een formaliteit, want hij was al wereldkampioen in de 350- en de 500cc-klasse. In de 250cc-klasse vormde Tommy Robb nog een kleine bedreiging voor Bruno Ruffo en in de 125cc-klasse konden rekenkundig nog acht coureurs wereldkampioen worden. Gianni Leoni en Guido Leoni waren echter al overleden, maar als de top acht geen punten scoorden, was Gianni postuum wereldkampioen omdat hij een overwinning had gescoord en Carlo Ubbiali niet. In de zijspanklasse was de spanning het grootst: daar stonden de combinaties Eric Oliver/Lorenzo Dobelli en Ercole Frigerio/Ezio Ricotti ex aequo aan de leiding met 26 punten.
Duitse deelname
Begin 1950 had de FIM al bekendgemaakt dat men Duitsland weer wilde toelaten tot internationale races, maar Nederland en België hadden daar een stokje voor gestoken. Ook in dit seizoen namen er geen Duitsers deel, tot aan de GP des Nations, want hier verscheen Roland Schnell met een 350cc-Parilla aan de start. Waarschijnlijk kon dat omdat de FIM in haar najaarscongres al had besloten de Duitsers vanaf het seizoen 1952 weer toe te laten en mocht Schnell daar al een voorschot op nemen.
500cc-klasse
De 500cc-race werd een succes voor het team van Gilera, dat met Alfredo Milani, Umberto Masetti en Nello Pagani een grote voorsprong nam op de Norton Manx van Geoff Duke. Voor Duke was dat allemaal niet belangrijk, hij hoefde slechts enkele punten te scoren om de constructeurstitel voor Norton zeker te stellen, want hij was al wereldkampioen.
Uitslag 500cc-klasse | Niet gefinisht | Niet deelgenomen |
Top tien eindstand 500cc-klasse
350cc-klasse
Voor de derde keer op rij werd Ken Kavanagh tweede achter Geoff Duke. Het bracht hem op de vierde plaats in de eindstand. Jack Brett finishte als derde Norton-rijder voor Bill Doran met de AJS Boy Racer. Doran passeerde in de WK-stand Johnny Lockett.
Uitslag 350cc-klasse | Niet deelgenomen Onbekend[3] |
Top tien eindstand 350cc-klasse
250cc-klasse
De kleine kans die Tommy Wood nog had op de wereldtitel werd de grond in geboord door Enrico Lorenzetti, die hem met slechts 0,8 seconde verschil versloeg. Een overwinning van Wood was ook niet genoeg geweest, want Bruno Ruffo werd derde en wereldkampioen. De overwinning van Lorenzetti was niet genoeg om de inmiddels overleden Dario Ambrosini in de eindstand te passeren.
Uitslag 250cc-klasse Niet deelgenomen | Onbekend[3] |
Top tien eindstand 250cc-klasse
125cc-klasse
De grootste bedreiging voor Carlo Ubbiali was Cromie McCandless, die slechts vier punten achterstand in het WK had. McCandless was echter kansloos, want hij werd op ruim twee minuten achterstand gereden en eindigde zelfs een minuut achter derde man Luigi Zinzani. In de WK-eindstand bleef McCandless zelfs nog achter de overleden Gianni Leoni, die postuum tweede werd.
Uitslag 125cc-klasse | Niet deelgenomen Onbekend[3] |
Top tien eindstand 125cc-klasse
Zijspanklasse
Eric Oliver/Lorenzo Dobelli en Ercole Frigerio/Ezio Ricotti stonden gelijk aan kop van het wereldkampioenschap, maar Frigerio/Ricotti komen in uitslag niet voor. Het is niet waarschijnlijk dat ze niet gestart zijn, maar de overwinning ging naar Albino Milani/Giuseppe Pizzocri, die Oliver 0,4 seconde voor bleven. De rest van het veld had het nakijken: Peter "Pip" Harris en Neil Smith stonden op het podium, maar waren op een ronde achterstand gereden. Eric Oliver, die ook - zonder succes - in de 500cc-race was gestart, scoorde zijn derde wereldtitel op rij.
Uitslag zijspanklasse Pos | Coureur | Bakkenist | Merk | Tijd | Punten | 1 | Albino Milani | Giuseppe Pizzocri | Gilera | 42"01'0 | 8 | 2 | Eric Oliver | Lorenzo Dobelli | Norton | +00'4 | 6 | 3 | Pip Harris | Neil Smith | Norton | +1 ronde | 4 | 4 | Hans Haldemann | Josef Albisser | Norton | +1 ronde | 3 | 5 | Jacques Drion | Bob Onslow | Norton | +1 ronde | 2 | 6 | Jean Murit | André Emo | Norton | +1 ronde | 1 | 7 | Marcel Masuy | Denis Jenkinson | Norton | +1 ronde | | 8 | Guido Galbiati | Zabini | Moto Guzzi | +1 ronde | | 9 | Renato Prati | Marino Saguato | Moto Guzzi | +2 ronden | | 10 | Fritz Mühlemann | Marie Mühlemann | Norton | +2 ronden | | 11 | Jean Debotze | Onbekend | Norton | +3 ronden | | 12 | Henry Meuwly | Onbekend | Gilera | +3 ronden | | 13 | Jakob Keller | Gianfranco Zanzi | Gilera | +4 ronden | | 14 | Roberto Besana | Onbekend | Onbekend | +5 ronden | | | Onbekend[3] Coureur | Bakkenist | Merk | Ercole Frigerio | Ezio Ricotti | Gilera | Giovanni Carrù | Carlo Musso | Carrù-Triumph | Ernesto Merlo | Dino Magri | Gilera | Siegfried Vogel | Leo Vinatzer | BMW | Cyril Smith | Bob Onslow | Norton | Frans Vanderschrick | Jean-Marie Stas | Norton | René Bétemps | Georges Burggraf | Triumph | Alphonse Vervroegen | Pierre Cuvelier | FN | |
Top tien eindstand zijspanklasse
Bronnen, noten en/of referenties - Luigi & Gianna Rivola: De geschiedenis van de motorsport, oorsprong en ontwikkeling, 1993 Uitgeverij Uniepers b.v., Abcoude ISBN 90 6825 131 7
Voetnoten |